In stille zalen van verdriet woont een moeder, Haar hart smacht naar haar kinderen, naar niemand anders. Hun gelach galmde ooit, nu slechts stilte, Een wrede speling van het lot, deze bittere eenzaamheid. Toch vindt ze in haar tranen een onuitsprekelijke kracht, Want liefde, net als rivieren, is niet te beheersen. Ze droomt van hun gezichten, hoewel ver weg, En fluistert zachte beloften in de nacht. Hoewel verdriet haar dagen mag overschaduwen, weet ze dat het waar is, Dat liefde alle grenzen overstijgt en doorbreekt. Op een dag zullen ze terugkeren, zo zeker als de zon, Om de leegte te vullen die hun afwezigheid heeft achtergelaten, ongedaan gemaakt.
Reactie plaatsen
Reacties